Maak je tuin vlindervriendelijk
Wie wil er nou niet meer vlinders in de tuin met al die prachtige kleuren en levendigheid? Toch vermindert al decennialang het aantal vlinders in Nederland. Zowel de bedreigde soorten, als de algemene soorten gaan steeds verder achteruit. Een flink deel van onze vlindersoorten dreigt op korte of op langere termijn uit ons land te verdwijnen.
Vlinders zijn onmisbaar voor de biodiversiteit. Ze dragen, net als hommels en bijen, bij aan de bestuiving van planten in onze tuin en omgeving. Ook zijn ze voedsel voor andere diersoorten. Daarom is het belangrijk dat we onze tuinen vlindervriendelijk maken. Bepaalde vlindersoorten kunnen in tuinen gemakkelijker leven dan in natuurgebieden.
Tips om je tuin vlindervriendelijk te maken
- Een goede vlindertuin bloeit in verschillende seizoenen en biedt nectar van de lente tot de herfst. Ook goed voor bijen en andere insecten. Zet planten neer die lang bloeien en veel nectar geven. Denk aan lavendel, asters, klimop of verbena. Kijk voor meer ideeën en zelfs planten gerangschikt op kleur, op de website van de vlinderstichting. Daar vind je ook geschikte balkonplanten.
- Verander je gazon in een bloemenweide: een bloeiend veld waar vlinders rondfladderen en waar het gonst van de bijen. Gebruik goed zaad, biologisch en van inheemse plantensoorten. Zorg dat het zaadmengsel past bij de grondsoort van je tuin.
- Leg een kruidentuintje aan. Vlinders en bijen zijn gek op bloeiende kruidenhoekjes met rozemarijn, lavendel, kattenkruid, marjolein, tijm, of venkel.
- Zorg voor voldoende waardplanten, ze zorgen voor ‘voedsel’ voor bijen, vlinders, insecten en allerlei andere organismen. De rupsen van vlinders zijn erg kieskeurig, zorg dus dat je verschillende soorten waardplanten in je tuin hebt. Een bekende waardplant is de brandnetel. Hiervan eten onder andere de rupsen van dagpauwoog, atalanta, landkaartje, kleine vos, distelvlinder en gehakkelde aurelia. Koolwitjes houden van allerlei soorten kool.
- Ook vlinders hebben schuilplekken nodig bijvoorbeeld tijdens de winterrust vanaf september/oktober. Zorg voor wintergroen en laat ook voor de vlinders dus her en der wat snoeihout of dode droge plantenresten en bladeren liggen. Leve de rommelhoekjes. Je tuin winterklaar maken? Ga zeker niet te rigoureus aan de slag!
- Vlinders kunnen zich beter oriënteren in een landschap met veel afwisseling: verschillende soorten, kleuren en hoogtes van struiken, bomen en planten. Als alles er hetzelfde uitziet, verdwalen ook vlinders. Veel variatie maakt dat ook mannetjes en vrouwtjes elkaar makkelijker vinden.
- Hang een (of meer) vlinderkastje(s) of insectenhotels op. Op de website van de vlinderstichting vind je waar je precies op moet letten.
- Maaien? Niet te vaak en liefst in etappes, dus niet alles tegelijk. De rupsen die tussen de planten zitten, krijgen dan de kans om over te kruipen naar de overgebleven vegetatie.
- Snoeien? Niet te rigoureus, kijk uit of er geen eitjes of poppen op/aan de plant zitten wanneer je gaat snoeien. Knip de stengels niet helemaal af tot de bodem. De stengels dienen als schuilplaats.
- Gebruik geen bestrijdingsmiddelen voor een vlindervriendelijke tuin.