Maak je tuin bij-vriendelijk
Over het algemeen geldt: hoe groter de diversiteit van je bloemen en planten, hoe meer soorten bijen. Je maakt je tuin bij-vriendelijk door planten, bomen en struiken te planten die veel stuifmeel en nectar geven. Hemelsleutel, longkruid, kattenkruid, beemdkroon, gewone rolklaver, kattendoorn, wilde reseda, slangenkruid en kruisdistel zijn echte bijenlokkers. Ook houden bijen van kruidenhoekjes met o.a. rozemarijn en tijm.
Tips voor een bij-vriendelijke tuin
- Bloeiende bomen, heesters en struiken zoals een bramen, mei- of sleedoorn, inheemse wilgen, vlier en gewone vogelkers zijn super voor de wilde bij.
- Andere vaste planten waar de bij dol op is, zijn rozen, klokjes, salie en bosandoorn.
- Vermijd bij gekweekte planten de cultivars met gevulde bloemen (zoals bij rozen vaak het geval is), die leveren nauwelijks stuifmeel en nectar.
- Koop het liefst biologische zaden of planten zodat er zeker geen gebruik gemaakt is van bestrijdingsmiddelen. Die zijn schadelijk voor wilde bijen en andere nuttige insecten, waardoor ze onder andere minder eitjes produceren.
- Zorg naast voedsel ook voor nestgelegenheid voor de wilde bij. Dus naast een plek met bloemen of bloeiende struiken, ook een hoopje zand en een dode stronk of staande stam hout met gaten. Of maak zelf een bijenhotel!
- Laat bij het maaien de madeliefjes, klaver en paardenbloemen staan. Of nog beter: laat een hele hoek ongemoeid, zodat het gras en de bloemen hun gang kunnen gaan; bijen zijn er dol op.