Biodiversiteitskaart Tungelerwallen Stramprooierheide en Areven
Gebiedskenmerken
- Oppervlakte: 587 ha
- Functie: natuurgebied
- Bodem: zand
- Overige: in beheer bij Natuurmonumenten, NNN, goudgroene natuurzone, zilvergroene natuurzone, bronsgroene landschapszone
Het Landschap
De Stramprooierheide, Tungelerwallen en Areven zijn drie verschillende natuurgebieden gelegen in het zuidelijke gedeelte van gemeente Weert. Elk natuurgebied heeft zijn eigen bijzondere eigenschappen en prachtige wandelroutes.
De Stramprooierheide is een kleinschalig landschap van heide, bossen en akkers. In het verleden bestond het natuurgebied uit heide- en stuifzand en is begin twintigste eeuw beplant met grove dennen voor de mijnbouw. Het naaldbos wordt in de laatste jaren echter omgevormd tot een natuurlijker en diverser bos met meer loofbomen. Tussen de grove dennen zijn gras- en bouwlanden te vinden. Natuurmonumenten gebruikt deze landen om granen te verbouwen, speciaal voor de dieren en planten. Verder liggen er meerdere poeltjes wat het landschap nog gevarieerder maakt.
Ook de Tungelerwallen is een voormalig heide- en stuifzandgebied. Net als bij de Stramprooierheide is het gebied beplant met dennenbomen. Het dennenbos wordt hier afgewisseld met stukken heide en langgerekte open stukken met stuifzand.
Ten oosten van de Stramprooierheide ligt natuurgebied Areven. Areven is een vochtiger gebied dan de Tungelerwallen en de Stramprooierheide. Het bestaat uit loofbos dat wordt afgewisseld met enkele weilanden en hooilanden. Areven en de Tungelerwallen zijn één van de parels binnen dit gebied.
Diversiteit in overvloed
In het zuidelijke gedeelte van de gemeente Weert zijn meerdere natuurgebieden te vinden. Deze drie prachtige, unieke natuurgebieden hebben een verscheidenheid aan landschapstypen. Van open stuifzandlandschap en heide tot graslanden, hooilanden en bossen. De variatie aan landschapstypen zorgt voor een grote diversiteit aan soorten. Zo zijn er 140 verschillende soorten vogels, 33 dagvlindersoorten en 40 libellensoorten waargenomen. Meer dan 50% van alle libellensoorten en ruim 60% van alle dagvlindersoorten in Nederland komen voor binnen de drie natuurgebieden. Ook de plantensoorten zijn goed vertegenwoordigd, van de 356 soorten staan welgeteld 16 soorten op de Rode Lijst.
Opvallend is de aanwezigheid van veel verschillende soorten zoogdieren. Er zijn veel eekhoorns, vossen en reeën waargenomen, maar ook het kleinste knaagdier van Nederland is er te vinden, namelijk de dwergmuis. De aanwezigheid van deze soort geeft aan dat er ruige terreinen zijn. Ze houden namelijk van hoog opgaande dichte vegetatie waaronder hoog gras, ruigtevelden en braamstruiken. Naast de dwergmuis zijn ook andere knaagdieren als haas en konijn waargenomen. En waar deze dieren zijn, zijn ook roofdieren te vinden.
Eén bijzondere verschijning is de bunzing. De bunzing heeft een voorkeur voor kleinschalig landschap met onder andere greppels en sloten met overhangende vegetatie. Het gebied is met de afwisselende heidevelden, kruidenrijke akkers, weilanden, hooilanden, poeltjes en bossen dus perfect leefgebied voor de bunzing! Langs de oevers kan de kleine marter op zoek naar bijvoorbeeld kikkers en aan de bosranden op jacht naar muizen of zelfs hazen.
Aan de bosranden of in de halfopen bossen kan je ook zomaar een broedende boomvalk tegenkomen! Boomvalken jagen in (half)open landschappen en jagen op libellen en kleine zangvogels. Door de aanwezigheid van veel natte elementen en variatie in landschappen zijn er voldoende libellen voor de boomvalk om op de jagen.
De heidevelden worden gekenmerkt met plantensoorten als struikhei, brem en zandblauwtje. Voor veel diersoorten is de vegetatie en structuur van de heide belangrijk. Zo zijn er enkele insectensoorten zoals heidewespbijen en zandbijen die vaak aangetroffen worden op planten als struikhei en het zandblauwtje. Ook vlinders hebben er profijt van, het hooibeestje bijvoorbeeld gebruikt struikhei als nectarplant. Op de heide broeden ook vogels, zoals de boomleeuwerik en de roodborsttapuit. Loop je voorbij de heidevelden kom je terecht in vochtige hooilanden met een hele andere samenstelling in soorten. Hier kom je kenmerkende plantensoorten tegen als moerasrolklaver, gewone veldbies, boterbloemen en kantig hertshooi. Waar andere planten staan, komen ook andere dieren voor. In plaats van het hooibeestje kom je bijvoorbeeld staartblauwtjes en zwartsprietdikkopjes tegen die dol zijn op moerasrolklaver. Zo zie je dus dat verschillende landschapstypen aan verschillende soorten een huis kan bieden. Let maar eens op de verschillen de volgende keer dat je hier aan het wandelen bent!
Verassingen of stuifzandterreinen
Waar de Stramprooierheide en Areven poeltjes heeft die een belangrijke rol spelen voor de aanwezigheid van soorten, heeft de Tungelerwallen juist weer stuifzand verborgen liggen tussen de dennen-bomen. Als je kijkt naar zo'n zandvlakte denk je misschien dat er weinig kan leven. Maar er leven veel unieke planten en dieren. De meest bijzondere soort op de Tungelerwallen, en misschien wel de meest bijzondere van heel Weert, is IJslands mos. Dit korstmos komt nog maar in 7 plekken voor in Nederland en is ernstig bedreigd! IJslands mos groeit verschrikkelijk langzaam, namelijk maar 5 mm per jaar, dus snel verspreiden zit er ook niet in. Naast IJslands mos zijn er nog vele andere soorten, zoals de bijenwolf en de harkwesp, die afhankelijk zijn van open zandvlakten.
Om stuifzand soorten te behouden is actief beheer nodig. Want zonder ingrijpen veranderd het stuifzand in grasvelden of zelfs bos en verdwijnen vrijwel alle unieke soorten. Van alle karakteristieke diersoorten die grotendeels afhankelijk zijn van stuifzand, is ruim 80% een kwetsbaar tot ernstig bedreigd soort. Het stuifzand in de Tungelerwallen is dus een heel belangrijk leefgebied!
Poeltjes creëren leven
De Stramprooierheide is één van de weinige locaties in Limburg waar de bedreigde knoflookpad aangetroffen kan worden. Wat maakt de Stramprooierheide nou zo geliefd voor deze pad? Een absolute voorwaarde voor de knoflookpad is de aanwezigheid van open plekken met goed vergraafbaar zand omgeven door vegetatie. Ook extensief bewerkte akkers en half-natuurlijke graslanden voldoen hieraan. En je kan het al raden, als voormalig heide- en stuifzand gebied is de Stramprooierheide een perfecte plek voor ze! Ze kunnen zich makkelijk overdag ingraven en 's nachts op pad gaan en voedsel te zoeken. De poeltjes in het gebied bieden perfecte mogelijkheden voor de voortplanting.
Naast de knoflookpad zijn er nog veel meer andere soorten die genieten van de poeltjes in het gebied.
Een voorbeeld hiervan is de boomkikker, door moerasherstelprojecten in de omgeving van Weert terug van weggeweest. De boomkikker heeft vlak bij het voortplantingswater bosranden en struweel nodig met een zonnige ligging. Door de zuignapjes aan het einde van zijn vingers en tenen kan deze soort goed klimmen.
De dodaars is een onopvallende vogel die best zeldzaam is in Nederland. Als de dodaars aanwezig is betekent het dat het water van goede kwaliteit is! Wist je dat de dodaars onze kleinste watervogel is en bij gevaar onderduikt, naar de oever zwemt en dan alleen zijn kop boven het water steekt.?
Dat al deze soorten te vinden zijn bij de poelen betekent dat er een rijke biodiversiteit aanwezig is. Veel oeverbegroeiing en rijke onderwatervegetatie biedt beschutting voor vogelnesten en larven van bijvoorbeeld de knoflookpad. Het betekent ook dat er veel voedsel te vinden is in de vorm van algen, insecten en kleine visjes.
1308 Waargenomen soorten
(zoals bekend in Nationale Databank Flora en Fauna)
Vogels (141) waargenomen
- Blauwborst
- Blauwe kiekendief
- Boomvalk
- Bosrietzanger
- Bruine kiekendief
Vleermuizen (1 waargenomen)
- Gewone dwergvleermuis
Zoogdieren (20 waargenomen)
- Bunzing
- Bosmuis
- Das
- Dwergmuis
- Eekhoorn
Reptielen, Amfibieën & Vissen (11 waargenomen)
- Alpenwatersalamander
- Boomkikker
- Bruine kikker
- Gewone pad
Dagvlinders (33 waargenomen)
- Boomblauwtje
- Gele luzernevlinder
- Grote vos
- Hooibeestje
- Gr. weerschijnvlinder
Libellen (40 waargenomen)
- Bloedrode heidelibel
- Gevlekte glanslibel
- Houtpantserjuffer
- Tengere grasjuffer
Overige ongewervelden (449 waargenomen)
- Behaarde bijenwolf
- Donkere wilgenzandbij
- Gr. koekoekshommel
- Grote bloedbij
- Ossentonggraafwesp
Vaatplanten (356 waargenomen)
- Beemdkroon
- Bevertjes
- Borstelgras
- Kruipbrem
- Moerashertshooi
Overige (257 waargenomen)
- Dennenharszwam
- Gebogen rendiermos
- Gele ridderzwam
- Hamerblaadje
- Vergrassing van de heidegebieden kan gebeuren door vermesting en vervuiling vanuit omliggende landbouwgebieden. Heidegebieden kunnen vergrassen door soorten als bochtige smele en pijpenstrootje.
- Het dichtgroeien van open stuifzandlandschap is een bedreiging onder invloed van stikstofdepositie vanuit de lucht. Hierdoor kan het zeer bedreigde IJslands mos verdwijnen. Maar ook andere soorten als mierenleeuwen, graafwespen en de veldkrekel. In heidevelden en graslanden wordt in het broedseizoen volop gebroed door veel vogels. Ook struinen er vaak hazen overdag rond in het gras en in de lente liggen kleine reekalfjes in hoge vegetatie te wachten op hun moeder. Om te voorkomen dat loslopende honden slachtoffers maken is het van belang om honden aangelijnd te houden. Toenemende recreatiedruk (mountainbikes, 4x4 rijden) is een zorg bij de beheerders. Invasieve exoten als watercrassula en reuzenberenklauw. Indien watercrassula niet beheerd wordt kunnen poelen dichtgroeien waar bijvoorbeeld de rugstreeppad onder te lijden heeft. Reuzenberenklauw is vooral voor ons ongemakkelijk. Bij contact met het sap kunnen brandblaren ontstaan.
- Verdroging is een landelijk probleem in veel natuurgebieden, zo ook in dit gebied.
- Invasieve exoten in de gaten houden en verwijderen voordat de planten dreigen te overwoekeren.
- Aanplant gemengd loofbos en minderen in naaldbomen. Hier is Natuurmonumenten reeds mee bezig.
- Omvorming van monotoon naaldbos naar gevarieerder loofbos.
- Opheffen van de drainerende werking van beken en andere waterlopen, om zo de verdroging te bestrijden.
De “Weerter-soort” van het gebied is de boomkikker. Deze soort is gekozen als vertegenwoordiger omdat dit deelgebied het optimale leefgebied vormt. Net als alle anders soorten heeft de boomkikker behoefte aan voedsel, voorplantingsplekken, veilige plekken om te rusten, vocht en verbindingen tussen de verschillende delen van het leefgebied. Als het goed gaat met de ambassadeur kunnen veel andere soorten meeliften op zijn succes.
- Verbinding: boomkikkers gebruiken verbindingszones om zich te verplaatsen tussen leefgebiedjes. Zorg dat er voldoende lijnvormige struwelen rondom wateren staan (minimaal vijf meter), bij voorkeur bramen. Poelen kunnen aangebracht worden, maar met een maximale onderlinge afstand van een kilometer.
- Vocht: is een onderdeel van het leefgebied van de boomkikker en stelt ook eisen aan zijn water. Pioniersstadium is belangrijk, laat begroeiingen niet teveel verruigen in en rondom het water. Schoon water is belangrijk, spaar waardevolle waterplanten die het water kunnen filteren.
- Veiligheid: de boomkikker trekt van land naar water en andersom, dit kent risico’s.
Plaats struwelen zoals bramen het liefst niet langs een drukke weg of soortgelijke drukke plekken. Amfibieën-tunnels kunnen slachtoffers voorkomen. Zet geen vis uit in het voortplantingswater.
De soorten die voor hun nestlocaties helemaal afhankelijk zijn van plekken onder de dakpannen of in spouwmuren verdienen onze aandacht. Ze zijn extra kwetsbaar op het moment dat we huizen renoveren of slopen. Een manier om deze soorten actief te beschermen is een Soortenmanagementplan (SMP). In dit deelgebied de volgende soorten relevant, om middels gebiedsgerichte maatregelen te beschermen:
- Huismus, geschikt: nee
- Gierzwaluw, geschikt: nee
- Dwergvleermuis, geschikt: nee
- Laatvlieger, geschikt: nee
Ben je benieuwd wat er op dit moment aan soorten wordt gezien?
Neem eens een kijkje op www.waarneming.nl. Hier vullen vrijwilligers hun waargenomen soorten in. Steeds meer mensen voeren in wat ze hebben gezien. Op die manier leren we welke soorten voor kunnen komen. Deze kennis vormt een basis voor bescherming van de biodiversiteit. Wil je zelf een bijdrage leveren of soorten leren kennen? Dan is er een app voor op je telefoon die aan de hand van foto’s kan herkennen welke soort je hebt gezien. Kijk op obsidentify app).