Biodiversiteitskaart Leuken bebouwde kom
- Oppervlakte: 73 ha
- Functie: bodem
- Bewoning: lemig fijn zand Overige
Het Landschap
Leuken is een (kleine) historische kern aan de oostzijde van Weert, die in de jaren ’70 aan de stad is vastgegroeid. Een deel van de woningen is nog vóór 1950 gebouwd.
De eerste aanzet voor uitbreiding van de buurtschap tot woonwijk werd echter gemaakt in de jaren ’50, maar de bouw van woningen vond grotendeels plaats in de jaren ’70 en ‘80. Een groene wijk met veel eengezinswoningen, een supermarkt, bakkers en een basisschool werd gerealiseerd.
Rond 2010 vond uitbreiding van Leuken plaats met de nieuwbouwwijk Vrouwenhof. Het centrumgebied van de wijk is daarop gemoderniseerd, onder andere door een nieuwe school en verplaatsing van het winkelcentrum. Op het terrein van het voormalige winkelcentrum in het midden van de wijk is een park aangelegd en worden levensloopbestendige woningen gerealiseerd.
Tegelijkertijd met de bouw Vrouwenhof is ten oosten van de wijk een nieuw sportpark gerealiseerd. Het voormalige sportpark langs de Ringbaan is daarmee opgeheven en een groen parkachtig gebied geworden. Burgerparticipatie en betrokkenheid van maatschappelijke partners hebben een belangrijke rol bij het bepalen van de ontwikkelingsrichtingen.
Leuken oogt voor de bezoeker voornamelijk als een ontspannen en deels groene wijk.
197 Waargenomen soorten
(zoals bekend in Nationale Databank Flora en Fauna)
Vogels (12) waargenomen
- Boomkruiper
- Ekster
- Holenduif
- Kauw
- Koolmees
Vleermuizen (0 waargenomen)
Zoogdieren (4 waargenomen)
- Bever
- Bosmuis
- Egel
- Steenmarter
Reptielen, Amfibieën & Vissen (0 waargenomen)
Dagvlinders (15 waargenomen)
- Atalanta
- Bont zandoogje
- Citroenvlinder
- Dagpauwoog
- Distelvlinder
Libellen (8 waargenomen)
- Blauwe breedscheenjuffer
- Bruinrode heidelibel
- Gewone oeverlibel
- Grote keizerlibel
Overige ongewervelden (96 waargenomen)
- Akkerhommel
- Blinde bij
- Buxusmot
- Dwergstipspanner
- Gamma-uil
Vaatplanten (62 waargenomen)
- Amerikaanse kruidkers
- Bezemkruiskruid
- Muursla
- Koninginnenkruid
- Korenbloem
Overige (0 waargenomen)
Voor een woonwijk doet Leuken het zeker niet slecht als het gaat om biodiversiteit, en dan met name met betrekking tot ongewervelden en vaatplanten. In totaal zijn 62 soorten vaatplanten en zelfs 96 soorten ongewervelden waargenomen binnen het gebied. Het gaat echter om algemene soorten en zeker niet alle delen van de wijk dragen bij tot het soortenaantal.
Met name de groene voor- en achtertuinen zorgen voor de uitgebreide aantallen soorten. Van vlinders, hommels en bijen zijn vooral de algemeen voorkomende soorten waargenomen. Zij voeden zich veelal met de nectar van in de omgeving voorkomende planten als koninginnenkruid, korenbloem, Robertskruid, stinkende gouwe, vingerhoedskruid en witte klaver. Kijken we naar de tuinen in de wijk, dan zijn er tussen de groene oases veel “onderhoudsarme”, met stenen of kunstgras verharde, voortuinen.
Een aantal van de vlindersoorten in de wijk overwinteren als volwassen vlinder, zoals de atalanta en dagpauwoog. Hiervoor zoeken ze donkere, koele en beschutte plekken, zoals holle bomen, schuren of kelders. Op zonnige voorjaarsdagen in februari komen de eerste overwinterende vlinders weer tevoorschijn.
Veel bijensoorten zijn niet kritisch ten aanzien van hun voedsel. Ze voeden zich met stuifmeel en nectar van verschillende plantensoorten uit diverse plantenfamilies. Wel is het zo dat veel tuinplanten voor oorsprong niet in Nederland voorkomen en zodoende door insecten helemaal niet worden gebruikt voor voedsel of ei-afzet.
Metselbijen en behangersbijen als de gehoornde metselbij, rosse metselbij en lathyrusbij, maken hun nest in allerlei holle ruimtes. Zo zijn er metselbijen in Leuken waargenomen waarvan individuen wegkruipen in een geboord gaatje in de muren van tuinschuurtjes. Metselbijen zijn soorten die een insectenhotel in de tuin ook snel kunnen ontdekken en hier hun eitjes in afzetten, mits deze op een zonnige locatie en met de opening naar het zuiden wordt geplaatst.
De koninginnenpage is een tot de verbeelding sprekende soort die met name in het zuiden van Nederland veel waargenomen wordt. De koninginnenpage heeft ruige terreinen en kruidenrijke graslanden als habitat, maar wordt af en toe ook in tuinen bij huizen waargenomen. Mits waardplanten aanwezig zijn zoals wilde peen, bevernel, gewone engelwortel, dille, pastinaak, venkel en de maggiplant, is het zelfs mogelijk om rupsen van koninginnenpage in eigen tuin te vinden.
De kolibrievlinder mag dan wel een nachtvlinder zijn, de soort is zowel overdag als ’s nachts actief. Met zijn lange roltong heeft hij zich gespecialiseerd in het bezoeken van planten met buisvormige bloemen.
Overige ongewervelden die zijn waargenomen in de buurt zijn verschillende soorten lieveheersbeestjes, sprinkhanen en spinnen. Een bijzondere eigenschap van de kameleonspin is dat deze zich, als een kameleon, van kleur kan veranderen. Middels deze camouflage weten ze in de omgeving voorkomende vogels als boomkruiper, merel en koolmees te misleiden.
Vogels als merel, koolmees en putter maken gebruik van heggen, struwelen, bomen en takkenrillen in de tuinen als schuil- en nestgelegenheid. Niet in de omgeving waargenomen, maar wel verwacht, zijn soorten als pimpelmees, winterkoning, groenling, heggenmus, vink en roodborst.
De meeste van deze vogelsoorten hebben zich helemaal aangepast aan het leven in de woonwijken. De Turkse tortel is niet kritisch ten aanzien van zijn nestgelegenheid en maakt in een woonwijk vaak gebruik van (sier)boompjes. Ook merels stellen maar weinig eisen aan hun broedgelegenheid.
Een tuin met voldoende schuilgelegenheid in de vorm van groen biedt volop mogelijkheden voor het bewonderen van tal van vogels. In de volledig verharde tuinen in de wijk is er zelfs voor de meest doorgewinterde stadvogels niets te halen. Als de trend ten aanzien van de verharde tuinen zich voortzet behoren zelfs zingende merels tot het verleden.
De meeste zoogdieren zijn gedurende de schemer en nacht actief, waardoor ze minder zichtbaar zijn dan bijvoorbeeld dagvlinders en vogels.
Een soort die zijn aanwezigheid in de avond soms verraadt door luid geritsel in de bosjes, is de egel. Overdag slapen ze in een moeilijk te vinden nest van bladeren, mos of ander materiaal dat zich vaak onder struiken of takkenbossen bevindt. De egel heeft dan ook struweel, takkenrillen en composthopen in tuinen nodig om te kunnen leven. Veel van de tuinen in Leuken zijn helaas ontoegankelijk door de vele schuttingen.
In de wijk Leuken zijn geen waarnemingen bekend van vleermuizen. Ze zullen er echter zeker rondvliegen. De verwachting is dat vanwege de hoeveelheid groen en water in de wijk, wel sprake is van geschikt foerageerhabitat voor algemene vleermuizen als de gewone dwergvleermuis en laatvlieger. Deze vinden voedsel in de aanwezige groene tuinen, veldjes en wegbermen.
Ook andere soorten die vooral in gebouwen nestelen, zoals de huismus en de gierzwaluw zijn er te verwachten.
Een door zijn sporen opvallend zoogdier is de bever. Langs de watergang aan de Henriette Roland Holststraat heeft de bever wat boompjes omgeknaagd. Ook rondom de Vrouwenhof is de bever meermaals waargenomen. De bever is in Limburg teruggebracht in 1988. Deze herintroductie is zeer succesvol verlopen, waardoor sporen van de bever nu langs vrijwel alle wateren in Limburg aangetroffen kunnen worden.
- Met name in het openbaar groen is nog veel intensief gemaaid gazon aanwezig. Het betreft onder andere wegbermen, veldjes zoals aan de Middelstestraat en Wilhelmina Smitstraat en het gazon aan de parochie St. Matthias & De Goede Herder. Op een aantal plaatsen zijn in de bermen soorten aanwezig als struikkamperfoelie, die dusdanig vaak gesnoeid wordt dat deze weinig ecologische waarde heeft. De buxus welke op verschillende plaatsen aanwezig is, is gevoelig voor buxusmot en daarmee niet toekomstbestendig.
- Groene tuinen worden afgewisseld met versteende tuinen, waardoor een vrij groot deel van de tuinen (grotendeels) versteend is of bestaat slechts uit één à twee soorten planten. Hekwerken zijn in vaak gemaakt van hout of kunststof en er zijn verscheidene stenen muren aanwezig. Deze afscheidingen maken het voor een soort als de egel moeilijk om zich tussen tuinen te bewegen en verhoogt de kans op dierlijke verkeersslachtoffers.
- Het grootschalige (na-)isoleren van woningen om deze toekomstbestendig te maken zorgt ervoor dat, wanneer geen maatregelen getroffen worden, verblijfplaatsen voor gebouwafhankelijke soorten verloren gaan. Denk hierbij aan soorten als huismus, gierzwaluw, gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, meervleermuis en laatvlieger. Ook het aanbrengen van vogelwerend materiaal onder dakpannen kan ervoor zorgen dat potentiële nestgelegenheid verloren gaat.
- Het inzaaien van inheemse kruidenrijke graslandmengsels in combinatie met extensief maaibeheer zou een impuls geven aan de lokale biodiversiteit, met name met betrekking tot ongewervelden.
- De lokale biodiversiteit zou ook bevorderd kunnen worden door een deel van de tegels in voor- en achtertuinen weg te halen en meerdere inheemse tuinplanten of kruiden aan te planten. Stenen, houten of kunststof afscheidingen zouden bij voorkeur vervangen kunnen worden door heggen of bekleed kunnen worden met inheemse klimplanten.
- Door natuur inclusief te bouwen ontstaan nieuwe kansen voor soorten in de nieuwbouw en nieuwe groene ruimtes. Natuurinclusief ontwerpen wordt meer en meer de norm.
De “Weerter-soort” van het gebied is de merel. Deze soort is gekozen als vertegenwoordiger omdat dit deelgebied het optimale leefgebied vormt. Net als alle anders soorten heeft de merel behoefte aan voedsel, voorplantingsplekken, veilige plekken om te rusten, vocht en verbindingen tussen de verschillende delen van het leefgebied. Als het goed gaat met de ambassadeur kunnen veel andere soorten meeliften op zijn succes.
- Voedsel: De merel eet vooral wormen, insecten, bessen en fruit. Zorg voor besdragende struiken in de tuin, zoals lijsterbes, vuurdoorn of klimop. Laat bladeren in de tuin liggen, de merel zoekt er naar slakken en wormen.
Veiligheid: Predatie van nesten vindt regelmatig plaats. Veel jonge en uitgevlogen merels vallen ten prooi aan katten. Zorg voor dichte, doornige struiken in de tuin. Geef de kat een belletje, of hou deze binnen als er jonge merels in de tuin zitten. - Vocht: Merels moeten regelmatig drinken, vooral op hete dagen. Plaats een drinkplaats in de tuin. Dit kan een grote ondiepe schotel zijn of een ondiepe zone in een natuurlijke vijver. Merels, maar ook andere vogels kunnen er ook in badderen.
De soorten die voor hun nestlocaties helemaal afhankelijk zijn van plekken onder de dakpannen of in spouwmuren verdienen onze aandacht. Ze zijn extra kwetsbaar op het moment dat we huizen renoveren of slopen. Een manier om deze soorten actief te beschermen is een Soortenmanagementplan (SMP). In dit deelgebied zijn de volgende soorten relevant, om middels gebiedsgerichte maatregelen te beschermen:
- Huismus
- Gierzwaluw
- Dwergvleermuis
- Laatvlieger
Ben je benieuwd wat er op dit moment aan soorten wordt gezien?
Neem eens een kijkje op www.waarneming.nl. Hier vullen vrijwilligers hun waargenomen soorten in. Steeds meer mensen voeren in wat ze hebben gezien. Op die manier leren we welke soorten voor kunnen komen. Deze kennis vormt een basis voor bescherming van de biodiversiteit. Wil je zelf een bijdrage leveren of soorten leren kennen ? Dan is er een app voor op je telefoon die aan de hand van foto’s kan herkennen welke soort je hebt gezien. Kijk op obsidentify app).