Logo 'Ons Duurzaam Weert'.

Biodiversiteitskaart Keent Moesel bebouwde kom

Kaart gemeente Weert met aangegeven deelgebied. Bekijk deze foto groter.

Kaart gemeente Weert met aangegeven deelgebied.

Gebiedskenmerken

  • Oppervlakte: 128,29 ha
  • Functie: bewoning

Het Landschap

Keent en Moesel is gelegen in het zuidoosten van de gemeente Weert. De wijken werden in de jaren '50 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grootste woninguitbreidingen hebben in de jaren '60 en '70 plaatsgevonden. De wijken zijn gelegen in het stedelijke gebied van Weert. De wijken werden toentertijd ontwikkeld om het huizentekort in Weert tegen te gaan. Keent was de eerste wijk ten zuiden van de spoorlijn Eindhoven – Roermond. Binnen de wijk Keent bestaan nog steeds veel typische portiekflats uit die tijd, zoals aan de Sint Jozefslaan. 
Vanaf de jaren '90 heeft herontwikkeling van bedrijven plaats gevonden, zoals de buurt Parkhof (sanering textielfabriek), de Sutjensstraat (diverse bedrijven) en de Oudenakkerstraat (sanering garagebedrijf). Keent loopt aan de oostkant naadloos over in de wijk Moesel. De wijk Moesel bestaat grotendeels uit laagbouw.
Het openbaar groen binnen Keent & Moesel bestaat vooral uit gazon, bomenspiegels en bomen langs de wegen. De voortuinen binnen het gebied zijn afwisselend groen en verhard.
Ten zuiden van Keent & Moesel loopt de Ringbaan Zuid en verder ten zuiden ligt het buitengebied van Weert, aangeduid als stadsrandzone. Ten oosten grenst Keent & Moesel aan de wijk Graswinkel en ten westen aan het dorp Altweerterheide.

Potentie voor gevarieerde biodiversiteit

Keent & Moesel is het rijk van typische stadsvogels. De Turkse tortel en de merel zijn het meest waargenomen, maar ook houtduiven, kauwen, roodborsten, koolmezen en pimpelmezen zijn er te vinden.
De woningen in de wijk zijn ook in trek bij soorten die in gebouwen broeden. Een voorbeeld hiervan is de gierzwaluw. Deze soort is zijn hele leven in de lucht. Slapen, paren en voedsel zoeken, alles wordt in de lucht gedaan. Alleen om te broeden komt de gierzwaluw naar beneden. Met grote snelheid scheert de gierzwaluw door de straten om vervolgens onder een dakpan te schieten. De bewoners aan de Laurenburg kennen ongetwijfeld het geluid van de gierzwaluw. Hier zijn namelijk meer dan 30 nestlocaties van gierzwaluwen aangetroffen. Maar niet alleen gierzwaluwen zijn er gezien, ook huismussen en vleermuizen hebben een plekje veroverd in de woningen. Deze straat is duidelijk zeer geliefd. De flats aan de Laurenburg zijn in 1964 gebouwd en gierzwaluwen, vleermuizen en huismussen gebruiken onder andere open stootvoegen, dakpannen en kantpannen als toegang tot verborgen ruimtes. In de omgeving kunnen huismussen makkelijk in de heggen schuilen en voedsel zoeken en vleermuizen en gierzwaluwen kunnen voedsel zoeken boven de weilanden en langs de bomenrijen tussen de Laurenburg en Ringbaan Zuid.

Ook aan de Van Halenstraat zijn enkele nestlocaties van huismussen aanwezig. Deze kleine vogels zijn echte stadsbewoners en veel mensen kunnen genieten van hun vrolijke getjilp. Toch worden de mussen niet op veel plekken gezien binnen het gebied Keent & Moesel. Als je ze ook in de tuin wil krijgen kunnen besdragende struiken en nectarrijke bloemen die insecten aantrekken essentieel zijn. Huismussen houden van dichte struiken om zich veilig te voelen en een stofbad in los zand behoort tot het dagelijkse ritueel. Alleen een nestkast ophangen voor de huismus is daarom niet voldoende om ze aan te trekken.

Langs sommige wegen, bijvoorbeeld langs de Sint Josefslaan staan grote oude bomen aan weerszijden van de weg. Deze grote bomen bieden veel kansen voor insecten en vogels. Oudere bomen met loshangend schors zijn bijvoorbeeld in trek bij de boomkruiper. Er zijn veel insecten te vinden en de vogel kan met zijn lange kromme snavel de insecten uit alle kleine hoeken en gaten peuteren. Broeden doet de boomkruiper ook achter het schors.
De Sint Jozefkerk vervult belangrijke functies voor veel soorten in de wijk. Het binnenklimaat is in de winter vrij zacht, waardoor het een perfecte overwinteringsplaats biedt voor vleermuizen. Op kerkzolders en in kerktorens kunnen gewone grootoorvleermuizen aangetroffen worden. De grootoorvleermuis is geen stabiele slaper en kan regelmatig wakker worden in de winter. Als dit gebeurt gaan ze jagen binnen de zolders en torens op daar overwinterende insecten, zoals vlinders.

Groene tuinen: paradijs voor iedereen

Groene tuinen in de woonwijk vormen echte hotspots voor dagvlinders, vogels en andere soorten. Twee fanatieke waarnemers aan de Valenakkerweg en de Ariensstraat hebben meer dan 100 verschillende soorten in hun eigen tuin waargenomen. Groene tuinen zijn dus niet alleen een paradijs voor mensen, maar ook voor vele anderen!
Zo kunnen bijvoorbeeld merels en vinken broeden in struiken in de tuin. En profiteren bijen en andere insecten van de bloemen. Ook leuke soorten kunnen aangetroffen worden, zoals de kolibrievlinder en de gewone kameleonspin. De kolibrievlinder neemt met een roltong nectar op uit bloemen en blijft daarbij stilhangen in de lucht. De gewone kameleonspin heeft een bijzondere eigenschap en kan, net zoals een kameleon, van kleur veranderen. Dit zorgt voor een goede camouflage waardoor ze niet makkelijk zijn te spotten. Soorten zoals de kolibrievlinder en de gewone kameleonspin zijn niet te vinden in elke tuin. Verharde tuinen zijn niet geschikt, veel planten en bloemen zijn een belangrijk onderdeel van hun leefgebied!

Soorten die in huizen huizen

In Nederland is de winter een ongunstige en gevaarlijke periode voor meerdere soorten. Voor veel dagvlinders is het te koud en is er geen voedsel aanwezig. De meeste soorten vlinders zijn een ei, rups of pop in de winter, maar wist je dat sommige als volwassen vlinder overwinteren? De dagpauwoog is er één van. Zij zoeken beschutte, koele plekjes op in bijvoorbeeld huizen en schuren en gaan vervolgens in winterslaap. Alleen is het niet altijd een goede keuze om in een huis te zitten. Ze denken koel te zitten, maar zodra de verwarming aangaat wordt de vlinder weer actief wat veel energie kost. Als een vlinder plots in de winter rond fladdert in huis is de beste oplossing om deze te vangen en buiten op een nieuwe plek neer te zetten. Bijvoorbeeld in een schuur, een kelder of een speciale vlinderkast. De dagpauwoog is bestand tegen de kou en kan hier geduldig en veilig wachten tot de winter voorbij is.
Ook lieveheersbeestjes gaan in het najaar massaal op zoek naar overwinteringsplekken. Via naden, kieren, spleten of gewoon door een openstaand raam kunnen ze het huis binnenkomen. Onze huizen zijn perfect voor ze, het is er warm en veilig! Vaak valt het niet eens op dat ze in huis zitten totdat de winter voorbij is. Dan worden ze weer actief en gaan rondvliegen. Maar geen zorgen, ze zijn totaal niet schadelijk en vertrekken uit zichzelf eind maart/begin april om weer bladluizen te eten en zich voort te planten.
Zo zijn er nog vele andere soorten, waaronder verschillende wantsen, die in de winter blij zijn met huizen. De meeste insecten zal je nauwelijks opmerken. Ook zijn de meeste soorten die in huizen overwinteren niet schadelijk, sommige zijn er slechts om de winter te overleven om vervolgens weer weg te gaan. Het enige wat ze doen is wachten op betere tijden.

249 Waargenomen soorten

(zoals bekend in Nationale Databank Flora en Fauna)

Gierzwaluwen (foto IStock). Kolibrievlinder (foto E. Witter). Krabspin (foto N. Janssen). Mannetje huismus (foto Econsultancy). Vrouwtje huismus (foto E. Witter). Zevenstippelig lieveheersbeestje (foto H. Looman).

(Klik op een afbeelding om deze groter te bekijken)

Vogels (34) waargenomen

  • Pimpelmees
  • Huismus
  • Houtduif
  • Gierzwaluw
  • Boomkruiper

Vleermuizen (3 waargenomen)

  • Gewone dwergvleermuis
  • Gewone grootoorvleermuis
  • Laatvlieger

Zoogdieren (4 waargenomen)

  • Konijn
  • Bosmuis
  • Rode eekhoorn
  • Rosse woelmuis

Reptielen, Amfibieën & Vissen (2 waargenomen)

  • Bruine kikker
  • Groene kikker

Dagvlinders (18 waargenomen)

  • Atalanta
  • Boomblauwtje
  • Citroenvlinder
  • Dagpauwoog
  • Gehakkelde aurelia

Libellen (10 waargenomen)

  • Azuurwaterjuffer
  • Bruine korenbout
  • Vuurjuffer
  • Smaragdlibel
  • Viervlek

Overige ongewervelden (99 waargenomen)

  • Akkerhommel
  • Grauwe schildwants
  • Meriansborstel
  • Gewone kameleonspin

Vaatplanten (78 waargenomen)

  • Gehoornde klaverzuring
  • Gele helmbloem
  • Gevlekte aronskelk
  • Gewone raket

Overige (1 waargenomen)

  • Groot dooiermos

  • De woningen gelegen in Keent & Moesel zijn relatief oud. In de toekomst zal veel gedaan gaan worden op het gebied van vernieuwing en verduurzaming van de bestaande woningen. Deze renovaties kunnen ten koste gaan van verblijfplaatsen voor gebouwbewonende soorten als vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen. Daarnaast worden bij veel oude woningen de spouwmuur opgevuld om de isolatie te verbeteren. Bij deze werkzaamheden kunnen vleermuizen gedood of verstoord worden.
  • Binnen de woonwijk zijn veel schuttingen rondom de tuinen aanwezig. Hierdoor ontbreken verbindingen voor grondgebonden dieren, zoals de egel. De egel wordt door schuttingen gedwongen om andere, gevaarlijkere, routes te nemen. Het aantal verkeersslachtoffers onder dieren kan dan ook hoog zijn.
  • De voortuinen in de woonwijk Keent & Moesel bestaan in sommige straten grotendeels uit verharding. Dit heeft geen natuurwaarde en verlaagd de biodiversiteit.
  • Openbaar groen is aanwezig in de wijk Keent & Moesel. Echter is het veel eentonig groen in de wijk en ontbreekt diversiteit. De aanwezige boomspiegels zijn vol geplant met hetzelfde soort en in parkjes staan enkele bomen en is er verder voornamelijk gazon dat intensief wordt gemaaid.

  • Door verharding in tuinen te vervangen voor besdragende en bloemrijke beplanting wordt de biodiversiteit verhoogd.
  • Door bij de boomspiegels gevarieerde inheemse plantensoorten in te zaaien/planten en laagblijvende soorten in parkjes, wordt de biodiversiteit vergroot.
  • Binnen de woonwijk zijn veel schuttingen te vinden. Door deze schuttingen te doorbreken worden meer groene verbindingen gecreëerd, een heuse egelsnelweg.
  • Bij renovatie/verduurzaming van woningen maatregelen treffen voor gebouwgebonden soorten.
  • Het afkoppelen van de verharding (incl. dak) of ontstenen van de voortuinen aan de voorzijde van huizen is een meekoppel kans. Het afgekoppelde water kan zichtbaar naar de weg stromen en opgevangen worden door hemelwatersystemen in de weg. Water dat bereikbaar en zichtbaar is is goed voor de dieren en voor het beperken van de hitte- en droogtestress.

De “Weerter-soort” van het gebied is de huismus. Deze soort is gekozen als vertegenwoordiger omdat dit deelgebied het optimale leefgebied vormt. Net als alle anders soorten heeft de huismus behoefte aan voedsel, voorplantingsplekken, veilige plekken om te rusten, vocht en verbindingen tussen de verschillende delen van het leefgebied. Als het goed gaat met de ambassadeur kunnen veel andere soorten meeliften op zijn succes. 

  • Voedsel: de huismus eet vooral zaden en vruchten, maar voor de jongen bestaat het voedsel uit insecten. Voor insecten is het belangrijk dat er bloeiende planten in de tuin zijn en laat planten na het bloeien staan om zaad te kunnen zetten. Maai niet al het gras weg maar laat het op plekken staan, ook tussen tegels.
  • Veiligheid: roofvogels en huiskatten vormen gevaar. Huismussen hebben daarom vluchtplekken nodig. Zorg voor een dichte hoge struik waar huismussen in weg kunnen kruipen. Een beukenhaag of conifeer is een mogelijkheid, liguster, hondsroos of taxus zijn nog beter, omdat deze ook voedsel leveren.
  • Voortplanting: het wordt steeds heter onder de dakpannen, de traditionele broedplaats van de huismus. Huismussen broeden graag bij elkaar in de buurt. Hang meerdere nestkasten bij elkaar met de opening in verschillende richtingen. Hang ze zo hoog mogelijk, liefst met beschutting zoals onder de dakgoot.

De soorten die voor hun nestlocaties helemaal afhankelijk zijn van plekken onder de dakpannen of in spouwmuren verdienen onze aandacht. Ze zijn extra kwetsbaar op het moment dat we huizen renoveren of slopen. Een manier om deze soorten actief te beschermen is een Soortenmanagementplan (SMP). In dit deelgebied de volgende soorten relevant, om middels gebiedsgerichte maatregelen te beschermen:

  • Huismus
  • Gierzwaluw
  • Dwergvleermuis
  • Laatvlieger

Ben je benieuwd wat er op dit moment aan soorten wordt gezien?

Neem eens een kijkje op www.waarneming.nl. Hier vullen vrijwilligers hun waargenomen soorten in. Steeds meer mensen voeren in wat ze hebben gezien. Op die manier leren we welke soorten voor kunnen komen. Deze kennis vormt een basis voor bescherming van de biodiversiteit. Wil je zelf een bijdrage leveren of soorten leren kennen? Dan is er een app voor op je telefoon die aan de hand van foto's kan herkennen welke soort je hebt gezien. Kijk op obsidentify app).

Logo van Econsultancy.

Cookiemelding Deze site gebruikt cookies. Info / uitzetten Deze site gebruikt cookies. Info / uitzetten