Biodiversiteitskaart Groenblauw stedelijk Natuur Netwerk
Gebiedskenmerken
- Oppervlakte: 143 ha
- Functie: natuurnetwerk
- Bodem: zand
- Overige: in beheer bij de gemeente Weert
Het Landschap
Het Groenblauw stedelijk Natuur Netwerk bestaat uit verschillende landschappen en landschappelijke kenmerken. Tezamen vormt het een netwerk van natuurlijke verbindingen die de stadskern, het buitengebied en de buitenwijken met elkaar verbinden. De groene verbindingselementen bestaan uit bijvoorbeeld bomenlanen, hagen en het struweel langs de Ringbaan. Maar ook de groenstroken en bermen langs de spoorweg vallen hieronder. De blauwe verbindingselementen zijn de grotere watergangen zoals de Zuid-Willemsvaart en de vele poelen, vijvers en sloten. Deze blauwe verbindingselementen zijn gelegen langs de diverse sportvelden, wegen en woonwijken van Weert.
Dit deelgebied omvat diverse landschapstypes. Deels gaat het om aangelegde en sterk beheerde elementen met veel menselijke invloeden zoals de Zuid-Willemsvaart en de bomenlanen langs de drukke wegen. Andere elementen worden meer met rust gelaten en zo min mogelijk beheerd, zoals de struweelranden langs de spoorlijn en de poelen door de stad.
Verbindingen van Groen en Blauw
Als we denken aan de benodigdheden voor het leefgebied van een plant of een dier, schieten de vereisten als voeding, water en soortgenoten al snel te binnen. Echter, deze elementen zijn niet jaarrond of overal binnen een habitat aanwezig. In sommige gevallen zal een plant of dier zich door zijn leefgebied moeten verplaatsen of een nieuwe zoeken. Om deze verplaatsing mogelijk te maken is een vierde vereiste nodig: een verbindingszone. Het Groenblauw stedelijk Natuur Netwerk is een voorbeeld van natuurlijke verbindingselementen in en rondom de bebouwde kom van Weert. Hieronder vallen 'Groene' verbindingen, zoals bomenlanen en groenstroken, en de 'Blauwe' verbindingen, zoals de watergangen en poelen. Dit netwerk dient als een snelweg voor vogels, plantenzaden, insecten, vleermuizen en vele andere soorten. Wat dit gebied bijzonder maakt, is dat niet alleen 'cultuur-volgers' of stadsdieren er te vinden zijn, maar ook soorten die juist typerend zijn voor het buitengebied of de nabijgelegen bossen.
Zo is een roofvogel als de torenvalk vaak waargenomen langs de Ringbaan Noord. Deze soort jaagt vanaf een lantaarnpaal of biddend in de lucht op kleine zoogdieren en grote insecten. De toren valk nestelt in oude kraaiennesten, waardoor ze soms ook broeden aan de rand van de stad. Het struweel en de bomenlanen van de gemeente Weert vormen tevens geschikt leefgebied voor de meer stadse vogelsoorten, zoals de tjiftjaf en tuinfluiter. Deze vogels kunnen tussen het groen goed gedijen. In tuinen en parken kunnen ze voldoende insecten, vruchten en zaden vinden en zich via het Groenblauw stedelijk Natuur netwerk door de hele gemeente bewegen.
De lange bomenlanen langs de wegen zijn een uitkomst voor zoogdieren als eekhoorns en vleermuizen. In het verleden zijn er vele waarnemingen van de uitheemse soort Pallas' eekhoorn bekend uit de regio Weert, maar de populatie is streng gereguleerd. Waarnemingen in Nederland zijn ondertussen schaars. De inheemse (rode) eekhoorn is daardoor nu weer de eekhoornsoort die deze bomenlaan gebruikt om nesten in te bouwen en zich te voeden met o.a. de boomzaden en -schors. Vleermuizen kunnen overdag slapen in bomen of 's nachts de bomenrij gebruiken als geleide: Zo gebruiken de gewone- en grijze grootoorvleermuizen die in de Sint Matthiaskerk verblijven de lijnvormige structuren van bomenrijen om langs te vliegen richting het buitengebied én meteen op insecten te jagen tussen het bladerdek.
De oevers van de 'Blauwe verbindingen' zijn begroeid met riet, blauw glidkruid en groot hoefblad. Zulke oever- en water-planten trekken insecten aan zoals de gevlekte glanslibel, zuidelijke keizerlibel en de gouden sprinkhaan. Deze insecten, samen met de vissen en amfibieën in en rond het water, vormen een heus feestmaal voor vele watervogels. De stadse meerkoet, waterhoen en scholekster zijn vaak aangetroffen rondom de sloten, maar ook soorten uit het buitengebied, zoals de grote zilverreiger, ijsvogel en kleine karekiet.
Langs de oevers en bermen van het bedrijvenpark Kampershoek zijn vele orchideeën te vinden, zoals de rietorchis, gevlekte rietorchis en brede wespenorchis. De bloemen van de nectar-loze rietorchis kennen veel variatie, waardoor insecten om de tuin worden geleid terwijl ze tevergeefs hopen op een maal.
Samenwerking tussen mens en natuur
Naast het gemeentelijk groen in gemeente Weert kent Weert ook lokale burger-initiatieven om de biodiversiteit in de stad te verhogen. Een voorbeeld hiervan is de volkstuin op het voormalig sport(hal)terrein in Leuken. Het voorheen grotendeels verharde terrein is omgetoverd tot een biodiverse plek vol met bloemen, kruiden en gewassen.
Planten en kruiden zoals akkerdistel, boerenwormkruid, dovenetels, klavers en gele kamille trekken vele insecten aan die ervan eten, waaronder de akkerhommel, pluim-voetbij en atalanta. Insectenhotels bieden insecten vervolgens een plek om zich voort te planten. De blauwe metselbij en de rosse metselbij maken dankbaar gebruik van deze hotels. Deze bijen metselen met klei en aarde de openingen dicht om zo een nest te bouwen. Vlinders gebruiken specifieke planten om eitjes op te leggen. De moestuingroentes van de volkstuin trekken daardoor soorten als het klein koolwitje, het groot koolwitje en de koninginnenpage aan.
Met de biodiversiteitstrein
Een spoorlijn klinkt in eerste instantie niet als een fijne plek voor plant en dier, maar niets is minder waar: de groene taluds en weelderige struweelranden vormen door de hoge mate van dekking de perfecte migratieroute. Net zoals treinrails vrij van obstakels moeten zijn, is het talud ernaast dat ook. Daarnaast zijn deze groenstroken relatief rustig en met weinig menselijke activiteit.
Zoogdieren gebruiken vooral de beschutte elementen langs het spoor om zich te verplaatsen, onder te schuilen of te rusten. De bramenstruiken vormen bijvoorbeeld leefgebied voor de egel die daar overdag kan rusten. 's Nachts struinen egels dan door de gemeente op zoek naar bessen, slakken, regenwormen, spinnen en insecten.
Een breed scala aan vogelsoorten zijn te vinden in de groenstroken langs de spoorlijn, waaronder de soorten als de houtduif en zwarte kraai. De groenstrook loopt deels langs watergangen, waardoor ook riet langs het spoor groeit. Hierdoor zijn ook de kleine en zelfs een keer de grote karekiet in deze groenstrook te vinden, typische rietsoorten die komvormige nesten in het riet bouwen. De kleine vogels worden op hun beurt weer belaagd door grote vogels, zoals de buizerd en de sperwer. Door het stedelijk natuurnetwerk kunnen roofvogels van zowel het buitengebied als de stad gemakkelijk bij het spoor komen.
Treinsporen maken ook ruim baan voor bijzondere planten. Het rapunzelklokje staat op de Rode Lijst en is meermaals waargenomen in Weert. Deze soort gedijt goed in schrale wegbermen en langs spoorwegen. Ook algemenere soorten als fluitenkruid, Sint-Janskruid, brandnetels en wilde reseda zijn daar vaak te vinden. En dagvlinders zoals de atalanta en citroenvlinder zoeken deze planten weer op.
442 Waargenomen soorten
(zoals bekend in Nationale Databank Flora en Fauna)
Vogels (98) waargenomen
- Boomkruiper
- Buizerd
- Grote bonte specht
- IJsvogel
- Kleine karekiet
Vleermuizen (3 waargenomen)
- Gewone dwergvleermuis
- Gewone grootoorvleermuis
- Grijze grootoorvleermuis
Zoogdieren (10 waargenomen)
- Amerikaanse nerts
- Bever
- Bruine rat
- Bunzing
- Eekhoorn
Reptielen, Amfibieën & Vissen (7 waargenomen)
- Alpenwatersalamander
- Geelwangschildpad
- Karper
- Marmergrondel
- Rietvoorn
Dagvlinders (22 waargenomen)
- Atalanta
- Bont zandoogje
- Citroenvlinder
- Dagpauwoog
- Groot koolwitje
Libellen (20 waargenomen)
- Blauwe breedscheen-juffer
- Bruinrode heidelibel
- Gevlekte glanslibel
- Gewone oeverlibel
- Grote keizerlibel
Overige ongewervelden (102 waargenomen)
- Akkerhommel
- Blauwe metselbij
- Breedbandgroefbij
- Gewoon boots-mannetje
- Grasbij
Vaatplanten (154 waargenomen)
- Akkerdistel
- Boerenwormkruid
- Braam
- Brede wespenorchis
- Gevlekte rietorchis
Overige (27 waargenomen)
- Berijpte russula
- Gekraagde aardster
- Gewone krulzoom
- Grofplaatrussula
- Groot dooiermos
- De verbindingszone wordt op diverse plekken door wegen doorkruist, maar sommige oversteekpunten zijn niet veilig voor dieren. Verscheidene waarnemingen in de verbindingszone betreffen verkeersslachtoffers, voornamelijk onder zoogdieren vallen veel slachtoffers.
- Niet alle bomenlanen of wegbermen kunnen als verbindingszone functioneren. Sommige elementen bestaan uit kort gras met strak afgewerkte randen. Deze 'gazonvegetatie' kent weinig biodiversiteit biedt geen voedsel of beschutting voor dieren, waardoor ze er geen gebruik van zullen maken.
- De verbindingszone wordt steeds kaler en schaarser naarmate je richting de binnenstad beweegt. Solitaire bomen, bomenlanen met kort gemaaid gras en strakke perkjes zijn suboptimaal voor (stadse) dieren en planten.
- Er zijn verschillende exoten waargenomen in het stedelijk natuurnetwerk, zowel onder de plantensoorten, zoals Japanse duizendknoop en reuzenberenklauw, als onder de dierensoorten, zoals de geelwangschildpad en de zonnebaars. Deze soorten vormen een bedreiging voor de inheemse soorten en dienen gereguleerd te worden.
- Met een ecologisch maaibeleid worden de bermen en perken hoger en biodiverser, waar veel planten, dieren, vogels en insecten van profiteren.
- Het groen in de binnenstad is overwegend kaal, schraal en strak. De verbindende functie is daardoor minimaal. De verbindingszone zou worden versterkt door meer groen met afwisselende hoogtes en soorten in de oude binnenstad.
- Verkeersslachtoffers zijn mogelijk te voorkomen door het treffen van voorzorgsmaatregelen rond de drukke wegen zoals de Ringbaan, zoals geleiding naar veilige plekken (faunapassages).
- De natuurtuin in Leuken is een goed voorbeeld van weelderige vegetatie, waar veel andere soorten (inclusief mensen!) op af komen om in te leven en van te genieten.
De “Weerter-soort” van het gebied is de bruine kikker. Deze soort is gekozen als vertegenwoordiger omdat dit deelgebied het optimale leefgebied vormt. Net als alle anders soorten heeft de bruine kikker behoefte aan voedsel, voorplantingsplekken, veilige plekken om te rusten, vocht en verbindingen tussen de verschillende delen van het leefgebied. Als het goed gaat met de ambassadeur kunnen veel andere soorten meeliften op zijn succes.
- Verbinding: een deel van de bruine kikkers trekken overdag naar het land. Bos en struweel is het leefgebied van de bruine kikker. Door dergelijke structuren aan te leggen rondom wateren ontstaat er verbinding tussen verschillende leefgebieden van de bruine kikker.
- Vocht: de bruine kikker heeft voorkeur voor kleine en geïsoleerde wateren en lijnvormige wateren. Behoud zoveel mogelijk kleine geïsoleerde wateren en voorkom dat wateren te open en groot worden. Maak wateren met beschoeiing toegankelijk met bijvoorbeeld een kikkertrap.
- Veiligheid: bruine kikkers verplaatsen zich tussen land en water, daarom hebben zij een grote kans op predatie en aanrijding. Een permanente oplossing zijn amfibieëntunnels die afhankelijk van de trekrichting aangelegd kunnen worden. Verbindingszones aanleggen en behouden kunnen ook bijdragen aan de veiligheid.
De soorten die voor hun nestlocaties helemaal afhankelijk zijn van plekken onder de dakpannen of in spouwmuren verdienen onze aandacht. Ze zijn extra kwetsbaar op het moment dat we huizen renoveren of slopen. Een manier om deze soorten actief te beschermen is een Soortenmanagementplan (SMP). In dit deelgebied de volgende soorten relevant, om middels gebiedsgerichte maatregelen te beschermen:
- Huismus, niet geschikt
- Gierzwaluw, niet geschikt
- Dwergvleermuis, geschikt, vrblijfplaatsen in bomen
- Laatvlieger, niet geschikt
Ben je benieuwd wat er op dit moment aan soorten wordt gezien?
Neem eens een kijkje op www.waarneming.nl. Hier vullen vrijwilligers hun waargenomen soorten in. Steeds meer mensen voeren in wat ze hebben gezien. Op die manier leren we welke soorten voor kunnen komen. Deze kennis vormt een basis voor bescherming van de biodiversiteit. Wil je zelf een bijdrage leveren of soorten leren kennen? Dan is er een app voor op je telefoon die aan de hand van foto's kan herkennen welke soort je hebt gezien. Kijk op obsidentify app).