Biodiversiteitskaart bedrijventerrein De Kempen en Kanaalzone
Gebiedskenmerken
- Oppervlakte: 232,96 ha
- Functie: bedrijventerrein
- Bodem: zwak tot sterk lemige zandgrond
- Overige: kanaal en spoorlijn
Het Landschap
Weert is gesticht op hoger gelegen zandgrond omgeven door laagten en eertijds moerassige gebieden. Door de ligging op een hogere zandbodem konden de oorspronkelijke bewoners hun nederzetting droog houden te midden van een hoogveengebied en tegelijkertijd profiteren van het vruchtbare veen. Rondom Weert, waar nu de bedrijven-terreinen De Kempen en de Kanaalzone liggen, groeide heide. Weert is lange tijd een kleine stad geweest zonder goede verbindingen met de buitenwereld. Met de komst van de Zuid-Willemsvaart in 1850 begon de industrie zich langzaam aan de weerszijden van het kanaal te ontwikkelen. In 1879 en 1913 zijn ook twee grote spoorlijnen richting Eindhoven en Roermond aangelegd dwars door Weert heen, waardoor Weert ook wel de poort naar Limburg werd genoemd. Vanaf 1906, met de komst van de eerste gasfabriek in Weert, begon de bedrijvigheid echt op stoom te komen. De lintbebouwing buiten de bebouwde kom van Weert maakte plaats voor diverse fabrieken, waaronder een fabriek van Philips en een luciferfabriek. Ten zuiden van het kanaal en binnen de bebouwde kom van Weert blijven de grenzen van het bedrijventerrein min of meer gelijk. Natuur- en recreatie-gebied de IJzeren Man blijft vandaag de dag nog steeds de zuidkant van het bedrijventerrein begrenzen. Vanaf het jaar 2000 breidt de bedrijvigheid zich nog verder richting de Boshoverheide uit. Ook worden enkele nieuwe fabrieken gebouwd richting het spoor aan de Noordzijde.
Ieder zijn eigen wensen
Iedere vogel heeft zo zijn eigen wensen wat betreft zijn slaapplaats, eetplaats en nestplaats. Een veel geziene gast op bedrijventerreinen is de zwarte roodstaart. Deze vogel overwintert in Zuid-Europa en Afrika en vliegt in maart weer terug naar Nederland. De zwarte roodstaart leeft buiten Nederland in een warm klimaat met hoge gebergtes en slaapt in holtes in rotsen. In Nederland komen geen bergen voor, maar gelukkig zijn er wel andere grote stenige hopen aanwezig: grote bedrijfspanden en oude gebouwen. Door het ontbreken van groen kunnen de temperaturen hoog oplopen rond deze gebouwen, waardoor voor de zwarte roodstraat de perfecte leefomstandigheden ontstaan.
De scholekster maakt ook dankbaar gebruik van grote gebouwen. Scholeksters maken kuiltjes in grind op platte daken en leggen daar hun eieren in. De scholekster was vroeger een typische weidevogel, maar doet het ondertussen zo goed in de stad hij nu ook als stadsvogel gezien wordt. Grind vormt een goede camouflage voor de gespikkelde eitjes van de scholekster. Een keerzijde van een dak als plek voor een nest is dat schaduw en water vaak volledig ontbreekt. Wat voor een zwarte roodstaart lekker warm is, kan voor een scholeksterkuiken zonder water helaas een vroege dood betekenen.
Door het bedrijventerrein heen loopt een breed kanaal waar enkele bruggen en een sluis in liggen. De grote gele kwikstaart, met opvallende gele kleur en scherpe tzip-geluid, maakt graag zijn nest in nissen bij sluizen. Op platte daken of tussen boomwortels willen grote gele kwikstaarten ook nog wel eens broeden. Grote gele kwikstaarten worden hier alleen in de trektijd gezien, scharrelend lang het water op zoek naar kleine insecten om te eten.
In het hele gebied zijn 7 soorten meeuwen waargenomen. Opvallend zijn de grote aantallen kokmeeuwen. Een groep van 400 kokmeeuwen is gezien bij het afvalverwerkingsbedrijf Renewi. Het bedrijventerrein biedt alles wat een meeuw nodig heeft. Zo kunnen de kokmeeuwen eten van het afval en in alle rust bij het haventje met de hele groep slapen of verzamelen voor vertrek naar een andere plek. Niet alleen meeuwen vinden de rust op een bedrijventerrein fijn: in enkele bomen op het bedrijventerrein slapen 's nachts tot wel 20 eksters bij elkaar.
Tussen de bedrijfspanden liggen onbebouwde stukken land. De natuur krijgt hier de vrije loop. Vogels profiteren daar ook van. Als de grond nog relatief kaal is kan de kleine plevier daar goed eten vinden. Een kuiltje in de grond is al voldoende om een nest in te maken. Zodra struiken en kruiden op het terrein gaan groeien wordt het juist interessant voor de grasmus. Deze vogel verstopt zich in ruigte en jaagt vanuit daar op insecten tussen het groen.
Door deze kleine zangvogels op de braakliggende percelen en de kuikens op de daken wordt het gebied aantrekkelijk voor roofvogels zoals de torenvalk. Torenvalken maken niet snel hun nest in bebouwing, maar komen van verderop aangevlogen om op een bedrijventerrein eten te vinden in de vorm van alle andere dieren- en vogelbewoners.
Bescherm de berm!
Een bedrijventerrein bestaat voornamelijk uit steen en verharding. Maar de bedrijventerreinen De Kempen en Kanaalzone hebben ook enkele plekken waar planten kunnen groeien. In de bermen zijn kleurige, bijzondere bloemen te vinden. Het rapunzelklokje is een plant met trechtervormige blauwe bloemen. In Nederland is het rapunzelklokje zeldzaam. De steenanjer groeit ook gewoon in de berm op het bedrijventerrein, terwijl deze zelfs op de Rode Lijst staat omdat de aantallen sterk achteruit zijn gegaan. De steenanjer is te herkennen aan de kenmerkende steenrode bloemen. Naast deze bijzonderheden zijn ook andere typische bermsoorten te vinden zoals het hazenpootje, muurpeper en schapenzuring.
In het haventje bij de Industriekade zijn grote matten aan waterplanten te zien. Dit is allemaal rivierfonteinkruid, ook een plantensoort die op de Rode Lijst staat. Het rivierfonteinkruid komt alleen voor in voedselrijkwater met een rijke watervegetatie. Dit wijst erop dat de waterkwaliteit in het haventje gunstig is voor waterplanten.
De ene boom is de andere niet
De bermen van het bedrijventerrein zijn niet alleen van belang voor planten. Een ruige berm vormt voor insecten ideaal leefgebied. Bijvoorbeeld de Sint Jakobsvlinder: deze vlinder legt alleen zijn eitjes op Jakobskruiskruid, een bermplant die het goed doet op zandige open plekken op het bedrijventerrein. Doordat de larven het giftige Jakobskruiskruid eten zijn de vlinders ook giftig. Hierdoor kunnen ze zich beter beschermen tegen vogels en dieren. Daarom trekken ze zonder gevaar om opgegeten te worden een opvallen geel-zwart gestreepte pyjama aan.
Op zwoele zomeravonden zitten de bermen naast kleurenpracht ook vol met geluid. De ratelaar en de veldkrekel komen allebei voor in het gebied en produceren het typische krekelgeluid. De ratelaar is een sprinkhaan en eet alleen bladeren. De veldkrekel eet hetzelfde, maar lust ook af en toe resten van dode dieren en insecten.
Het kanaal vormt leefgebied voor diverse waterjuffers en libellen. Dit wordt onderstreept door de aanwezigheid van de beekoeverlibel en de kanaaljuffer. De beekoeverlibel legt zijn eitjes op water-vegatatie in het kanaal. Daarna kan de beekoeverlibel jagen op insecten boven de braakliggende terreinen eromheen. Zo ligt het gehele leefgebied van een libel binnen een straal van 200 meter. Het kanaal vormt daarnaast ook een barrière, door de hoge kades wordt de verspreiding van grondgebonden dieren bemoeilijkt.
Het bont zandoogje is een vlinder die vooral in bos voorkomt en de heidevlinder komt normaliter ook niet op bedrijventerreinen voor. Doordat dit gebied tussen heide en natuurgebied in ligt zijn deze en andere vlindersoorten op dit bedrijventerrein wel te vinden. Braakliggende terreinen en bermen bieden vlinders alles wat ze nodig hebben: schuil-plaatsen, voedsel en ei-afzetplekken. Zonder de braakliggende terreinen en groene bermen zouden deze soorten nooit in dit gebied gezien worden.
239 Waargenomen soorten
(zoals bekend in Nationale Databank Flora en Fauna)
Vogels (80) waargenomen
- Ekster
- Grasmus
- Grauwe vliegenvanger
- Kokmeeuw
- Kauw
Vleermuizen (0 waargenomen)
Zoogdieren (3 waargenomen)
- Haas
- Muskusrat
- Ree
Reptielen, Amfibieën & Vissen (1 waargenomen)
- Levendbarende hagedis
Dagvlinders (15 waargenomen)
- Atalanta
- Bont zandoogje
- Citroenvlinder
- Dagpauwoog
- Groot koolwitje
Libellen (19 waargenomen)
- Beekoeverlibel
- Blauwe glazenmaker
- Gewone oeverlibel
- Kanaaljuffer
Overige ongewervelden (52 waargenomen)
- Akkerhommel
- Bruine sprinkhaan
- Kaneelwants
- Lindepijlstaart
- Zuringwants
Vaatplanten (64 waargenomen)
- Bezemkruiskruid
- Duizendblad
- Grote kattenstaart
- azenpoortje
- Muurpeper
Overige (5 waargenomen)
- Dikkopmos
- Echte honingzwam
- Eikhaas
- Plooivoetstuifzwam
- Vliegenzwam
- De groenstroken op het bedrijventerrein vormen belangrijke verbindingen tussen de omliggende natuurgebieden. Deze verbindingen dienen behouden te worden en waar mogelijk verbreed, zodat deze verbindende functie niet verloren gaat. Ten zuiden van het kanaal lopen geen groenstroken langs de bebouwing, wat ook mogelijk verklaart waarom het aantal waarnemingen van planten en dieren ten zuiden van het kanaal relatief gezien veel minder is dan de noordzijde.
- Zowel de bodem als de bebouwing is nagenoeg volledig verhard. Door klimaatverandering zal in de toekomst het weer extremer worden. Door zoveel mogelijk oppervlak groen te maken kan meer water worden vastgehouden en meer schaduw gecreëerd worden. Bijvoorbeeld door halfverharding toe te passen bij parkeerplaatsen of muren en daken te beplanten.
- Sommige van de aanwezige grasveldjes en struiken worden zeer kort gehouden. Voor de natuur heeft dit groen geen meerwaarde als schuilplaats of voedselbron. Zo min mogelijk beheren of ecologisch maaibeheer toepassen heeft de voorkeur.
- De Zuid-Willemsvaart vormt een barrière die de verspreiding van grondgebonden soorten bemoeilijkt. De kades langs de Zuid-Willemsvaart zijn hoog waardoor dieren maar moeilijk in en uit het water kunnen klimmen.
- Percelen die tijdelijk niet gebruikt worden kunnen zo lang mogelijk onbeheerd gelaten worden zodat pionierssoorten daar zich tijdelijk kunnen vestigen.
- De aanwezige groenstroken kunnen versterkt worden door gelaagdheid in de vegetatie te creëren. Hierbij kunnen lagen met kruiden afgewisseld worden met struiken en bomen. Bij voorkeur worden alleen inheemse planten-soorten aangeplant, of wordt ruimte gemaakt om zaden te laten aanwaaien.
- Het aanleggen van bruine daken op bestaande bebouwing biedt kansen voor vergroening van de omgeving.
- Door het creëren van geschikte fauna uittreedplaatsen langs Zuid-Willemsvaart kan de verbinding met de omgeving worden verbeterd.
De “Weerter-soort” van het gebied is de gewone oeverlibel. Deze soort is gekozen als vertegenwoordiger omdat dit deelgebied het optimale leefgebied vormt. Net als alle anders soorten heeft de gewone oeverlibel behoefte aan voedsel, voorplantingsplekken, veilige plekken om te rusten, vocht en verbindingen tussen de verschillende delen van het leefgebied. Als het goed gaat met de ambassadeur kunnen veel andere soorten meeliften op zijn succes.
- Voeding: de gewone oeverlibel is afhankelijk van vliegende insecten als voedselbron. Aanleggen en onderhouden van ruige bloemrijke bermen is goed voor de diversiteit aan insecten en de algemene insectenstand.
- Voortplanting: voor de ei-afzetting heeft de gewone oeverlibel open water nodig. Watervegetatie zorgt voor een hogere waterkwaliteit en omstandigheden die goed zijn voor de levenscyclus van de gewone oeverlibel.
- Veiligheid: de larven van de gewone oeverlibel leven in modder en plantenresten. Creëer natuurvriendelijke en deels kale oevers op de delen van het kanaal met zwakke stroming, waar de larven van de gewone oeverlibel in de modder kunnen leven.
De soorten die voor hun nestlocaties helemaal afhankelijk zijn van plekken onder de dakpannen of in spouwmuren verdienen onze aandacht. Ze zijn extra kwetsbaar op het moment dat we huizen renoveren of slopen. Een manier om deze soorten actief te beschermen is een Soortenmanagementplan (SMP). In dit deelgebied de volgende soorten relevant, om middels gebiedsgerichte maatregelen te beschermen:
- Huismus
- Gierzwaluw
- Dwergvleermuis
- Laatvlieger
Ben je benieuwd wat er op dit moment aan soorten wordt gezien?
Neem eens een kijkje op www.waarneming.nl. Hier vullen vrijwilligers hun waargenomen soorten in. Steeds meer mensen voeren in wat ze hebben gezien. Op die manier leren we welke soorten voor kunnen komen. Deze kennis vormt een basis voor bescherming van de biodiversiteit. Wil je zelf een bijdrage leveren of soorten leren kennen? Dan is er een app voor op je telefoon die aan de hand van foto's kan herkennen welke soort je hebt gezien. Kijk op obsidentify app).